In de fase van servicetransitie gaat het om de richtlijnen voor het ontwikkelen en verbeteren van de capabilities die nodig zijn voor de transitie van nieuwe (of gewijzigde) services naar serviceproductie. Op die manier kunnen ongewenste gevolgen van het in gebruik nemen van een nieuwe service worden voorkomen en is er een gestructureerd proces voor de ingebruikname van nieuwe diensten.
Servicetransitie behelst de volgende onderwerpen:
De scope van servicetransitie bevat het management en de coördinatie van de processen, systemen en functies tot aan packagen, bouw, test en implementatie van de release naar productie en stelt de service beschikbaar conform de gespecificeerde klanteisen. Het is daarom een proces dat uiterst zorgvuldig ingericht moet worden.
Een effectief servicetransitie proces kan de mogelijkheden van een serviceprovider aanzienlijk verbeteren om grote volumes van changes en releases te hanteren. Dit helpt een serviceprovider met name om:
Om deze doelstellingen te bereiken is een serviceasset- en configuratiemanagement systeem van wezenlijk belang. Een configuratie-item (CI) is elk component dat gemanaged moet worden om een IT-service te kunnen leveren. Het zijn de zogenaamde bouwstenen van een service en dienen dus inzichtelijk te zijn en beheerd te worden (Service Management).
"*" geeft vereiste velden aan